In 1989, na een jaar op Aruba gewoond te hebben, heeft mijn moeder besloten om naar Nederland te gaan. Met de hulp van haar beste vriendin zijn we naar Nederland verhuisd.
In het begin wou ik niet. Mijn buurvrouw hielp mij krantenberichten met slecht nieuws over Nederland te verzamelen, die ik op de tafel neerlegde voor mijn moeder om te lezen. Ik was van plan om alles te doen om mijn moeder van gedachte te doen veranderen.
Op een dag heeft mijn buurvrouw mij bij haar geroepen om met me te praten. Ze zei tegen mij:
'Mi yu, mi ke bo bai Hulanda. Na Hulanda bo por siña loke ku bo ke. Mi mes semper tabata tin gana di bai Hulanda. Anto sòru di kasa ku un hende hòmber makamba, paso mi ke bo haña dos yu, un ku wowo blou i un ku wowo bèrdè. Bin Aruba bek pa mi konosé nan. Bai, mi yu, bai den nòmber di Dios.'
(Een week voordat ik voor het eerst op vakantie terugging naar Aruba is mijn lieve buurvrouw overleden.)
Hier in Nederland heb ik mijn MAVO gedaan. Ik wou verder gaan in de dierenverzorging. Toen ik niet werd aangenomen ben ik MBO Bedrijfsadministratie gaan doen. Na het MBO ben ik gaan werken, omdat ik toch niet echt precies wist wat ik wilde.
In 1998, toen ik terug kwam van vakantie bleek ik zwanger te zijn. Mijn hele leven stond op z'n kop. Het was tijd om de moeilijkste beslissing in mijn leven te nemen. Ik was pas vierentwintig en nog steeds op zoek naar mezelf.
In oktober 1998 is mijn dochtertje geboren. Toen kwamen twee zware jaren. Ik kreeg een postnatale depressie. Ik moest door dat diepe dal heen om mezelf te vinden. Dankzij mijn dochter heb ik mezelf leren kennen, van mezelf leren houden en ben ik een volwassen vrouw geworden.
In de loop van de tijd kwam ik erachter wat ik wilde met mijn leven. Ik wilde weer gaan studeren in de richting die ik altijd wilde, namelijk Sociaal Cultureel Werk. Ik moest bijna twee jaar wachten om aangenomen te worden. In de tussentijd ben ik als vrijwilligster gaan werken bij een Antilliaanse stichting. Daar was ik samen met een vriendin verantwoordelijk voor vrouwenactiviteiten en een toneelproject.
Toen mijn vriendin in 2000 om het leven kwam door een auto ongeluk, kon ik geen werk meer verzetten. Daarna heb ik als vrijwilligster gewerkt bij een jongerenstichting waar ik verantwoordelijk was voor een meisjesgroep.
In 2002 ben ik begonnen met de deeltijdopleiding Sociaal Cultureel Werk die ik in 2005 hoop af te ronden. Ik loop stage bij een welzijnsinstelling waar ik voornamelijk met buitenlandse vrouwen werk, het merendeel Turkse en Marokkaanse vrouwen. Dankzij deze vrouwen ben ik me veel meer gaan interesseren voor mijn eigen cultuur.
Mijn wens is om na mijn huidige opleiding verder te gaan met HBO Sociaal Pedagogisch Hulpverlening. Met deze HBO-opleiding zou ik kunnen werken onder Antilliaanse jongeren, vooral onder (jonge) moeders.
Hier in Nederland zijn er heel veel mogelijkheden als je verder wilt studeren. Je moet er zelf moeite voor doen. Jezelf blijven informeren, vragen stellen en ontwikkelen. Waar er een wil is, is er een weg.
Ik krijg steeds meer het gevoel dat ik innerlijke rust krijg. Dat ik ook mijn doelen kan bereiken. Ik heb nog een lange weg te gaan, maar ik ben in de juiste richting.
Daryanani