het meisje en het hondje
hoewel zij zelf niet veel meer over had
het arme dier was door zijn baas vergeten
zij aaide hem en at een stuk patat
dit tafereel heeft mij zozeer gegrepen
ik moest het uiten in een mooi gedicht
zo’n lieflijk meisje wordt vaak niet begrepen
ik voelde mij dat jegens haar verplicht
Ik droomde mij een hondje van het trouwste ras
Een handje vol erbarmen waar ik slaafs uit at
Nooit eerder nog had iemand mij zo lief gehad
Ik smeekte Orion dat jij mijn baasje was
ik liet haar trots mijn geestesvrucht aanschouwen
zij stikte bijna in een slappe lach
mijn God, dit maffe vers moet ik onthouen
(een slok) zo een leest men niet elke dag
Professor K.