Sunday, May 29, 2005

Lezing van de Algemene Faculteit van de Universiteit van de Nederlandse Antillen op 29 mei 2005, door Dr. Liesbeth Echteld (2)


Jeanette Dania

Een van de gedichten die op levendige wijze voordragen werd door mevrouw Jeanette Dania was 'Atardi' van Joseph Sickman Corsen (1853). Mevrouw Echteld reciteerde de Spaanstalige versie 'Cae el Sol'

Atardi

Ta pakiko mi no sa:
Ma esta tristu mi ta bira
Tur atardi ku mi mira
Solo baha den lamá!

Talbes ta un presintimentu.
O ta un recuerdo kisás;
Podisé n´ta nada mas
Ku un cos di temperamentu.

P’adilanti podisé
Mi ta mira na caminda
Un doló ku n’ nace ainda,
Ma ku lo mi conocé?

Tin kisás den mi memoria
Un doló masjá scondí
Masjá bieu, ku mi sintí
No por rebiba su istoria?

O talbes mi nervionan
Tin, sin causa, orror di Pretu,
I dje abismo skur i ketu
Meimei dj’awe ku majan?

Mi no sabi ki armonía
Ki secretu relasjon
Tini den mi curason
Ku cabamentu di un dia;

Ma spiritu di doló
Mi ta sinti kamna ku mi,
Ora Solo ta bai drumi
I é ta bisa: Te aworó!

Te aworó? Ma enter anochi!
Esta largu anochi ta!
Cuantu cos ku nos no sâ
E ta sconde den su scochi!

Te aworó? Ma te majan!
Hopi ora falta ainda;
Cuantu istoria na kaminda
Sin ku nos sabi di nan!…..

Promé Solo bolbé hari,
Tempu tin pa hopi kos;
I dios sâ cuantu di nos
Morto den dj’anochi a bari!

Causa mi doló no tin;
Ma esta tristu mi ta bira
Semper ku mi para mira
Dia jega na su fin!


Cae el Sol

Cae el Sol; y aunque no existe
Causa alguna á mi pesar,
Al verle acercarse al mar
Me pongo triste, muy triste.

Tal vez un presentimiento….
Algún recuerdo quizás…
Acaso no es nada más
Que llorón temperamento.

¿Estoy viendo de antemano
Pesadumbres que el destino
Va sembrando en mi camino
Y que vendrán tarde ó temprano?

¿Conservo vaga memoria
De antiguo oculto sufrir
Sin poder reconstruir
Las páginas de su historia?

¿Me dan pueril cobardía
La negrura y el mutismo
De la noche, de ese abismo
Entre un día y otro día?

Ignoro qué relación
Secretamente armoniza
Con el astro que agoniza
Mi mente y mi corazón;

Pero al arrullo me entrego
De los brazos del Pesar,
Cuando el Sol desciende al mar
Y se despide: ¡HASTA LUEGO!

¿HASTA LUEGO – más cuán tarda
Va la noche! y dura tanto!
Y en su tenebroso manto
No sabemos lo que guarda.

¿Hasta que la luz despierta?
Es largo, insegura el trecho
E invisibles y en acecho
Hay cuitas, desastres, muerte.

Antes que sonría el alba
Qué de cosas pasarán;
Y cuántos el viaje harán
Del que ninguno se salva?

No hay motivo a mi dolor;
Mas ¡qué tristeza la mía,
Cuando contemplo del día
El moribundo resplandor.

Lezing van de Algemene Faculteit van de Universiteit van de Nederlandse Antillen op 29 mei 2005, door Dr. Liesbeth Echteld (1)


Dr. Liesbeth Echteld

De Hispaniste Dr. Liesbeth Echteld verzorgde op zondagochtend 29 mei 2005 in de aula van de Universiteit van de Nederlandse Antillen een interessante en goedbezochte lezing getiteld: De Spaanstalige bloeiperiode op Curacao aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw: een globaal overzicht

Hieronder volgt een van de onderwerpen die naar voren kwamen:

De Spaanstalige literaire bloeiperiode bleek (bij eerste onderzoek), niet los te zien van een journalistieke bloei die in de tweede helft van de negentiende eeuw op Curaçao plaatsvond.

Er waren in die tijd zeer veel lokale kranten in één bepaalde taal, of meertalig. Daarin werd niet alleen verwezen naar binnenlandse en buitenlandse actualiteiten, waarbij vooral gebeurtenissen op het Zuidamerikaanse continent nauwgezet werden gevolgd. Ook werden persoonlijke vetes via de krant uitgevochten, werden er vele commerciele en persoonlijke advertenties geplaatst, maar werd ook, en vooral, zoals ook gangbaar was in kranten in het buitenland, literatuur in de kranten gepubliceerd. Dit was ter vermaak van de lezer.

Uit deze kranten werd door mij, met de studie van J. Hartog, Journalistiek leven in Curaçao, (1944) als leidraad, een selectie gemaakt, waarna deze over een bepaalde periode (zie jaartallen achter de krantentitels) op literaire bijdragen in het Spaans bestudeerd werden. Gedacht kan daarbij worden aan De Onpartijdige (1870-1874), Civilisadó (1871-1875), beide meertalig en El Imparcial (de 1905 tot 1917), El Heraldo (1905 tot 1926), Boletín Comercial (1908 tot 1920), El Sol (1910-1911), en Curazao (1911 tot 1912). Ook waren er in die tijd (in ieder geval) twee belangrijke literaire tijdschriften Notas y Letras (1886-1888) en El Poema (1895-1896), die door mij onderzocht werden en die, zo bleek, hoofdzakelijk primaire literatuur (of soms zelfs muziekpartituren) bevatten, zonder verwijzingen naar de actualiteiten.

In de kranten (en genoemde tijdschriften) werden lokale bijdragen gepubliceerd als van Joseph Sickman Corsen (1853-1911), Adolfo Wolfschoon (1863-1889), Abrahán Zacharías López Penha (n. 1865), David Darío Salas (1872-1937), Elías Moreno Brandao (1891-1943), David Mendes Chumaceiro (1877-1922), Benjamín A. Jesurún (1867-1936) en Emilio López Henríquez. Deze schrijvers, die in de regel familiebanden hadden met spaansprekenden aan de overwal en het Spaans als de cultuurtaal beschouwden waarin literatuur geproduceerd moest worden, schreven vaak niet alleen in kranten, maar lieten hun werk ook apart drukken. Alvorens op de lokale schrijvers en hun werken in te gaan, eerst iets over buitenlandse bijdragen in de kranten.

Er bleek een levendige uitwisseling (men sprak van canjes) te zijn met redacties van buitenlandse kranten. Vaak werden daardoor in de lokale kranten bijdragen gepubliceerd die al eerder in de uitwisselende krant verschenen waren. Ook kwam het voor dat passanten, mensen die om verschillende (vaak politieke, maar ook zakelijke) redenen korte of langere perioden op het eiland verbleven een bijdrage instuurden aan de redacties van lokale kranten.

Verschillende bekende schrijvers op Curaçao die in het Spaans schreven, passeerden het reveu:

Een van de bekendste lokale schrijvers die in het Spaans schreef was Joseph Sickman Corsen (1853). Hij was katholiek, wat hem er niet van weerhield om contact te onderhouden met mensen van een ander geloof. Hij was zelfs organist in de Nederlandse Hervormde Israelitische Gemeente 'Emmanu-el', van 1885 tot 1911. In 1874 trouwt hij met Margaretha Federica Ponson. Na een periode op Aruba verhuist hij in 1875 naar Curacao en verblijft hij hier tot aan zijn dood in 1911. Hij krijgt 5 kinderen, die hij onderhoudt door het geven van pianoles, vioolles en wiskunde, en door het schrijven van muziekrecensies.
Corsen kiest voornamelijk het Spaans om in te dichten, maar wordt vooral bekend door zijn Papiamentstalige gedicht “Atardi”. Sommige critici beschouwen Corsen zelfs als “de vader van de Papiamentstalige literatuur”.

Sunday, May 22, 2005

Konosé bo Isla 2005-10: katholieke kerken



Onderstaand vindt u een artikel over katholieke kerken en parochies op Curaçao. Op de foto ziet u een mooi detail van de voorgevel van een van de kerken.

Vraag: Welke kerk is deze?

Sluitingsdatum: zondag 12 juni 2005

Prijs: een cadeaubon van the Movies

Sponsor: Datelnet n.v.

(Het inzenden van het antwoord op de prijsvraag gebeurt via e-mail:

revers@cura.net

of door een reply op de door U ontvangen mail van Learnforfun. De winnaar wordt door loting bepaald uit de goede inzendingen.)

Konosé bo Isla 2005-9: antwoord

Tula droeg de bijnaam van Rigaud, naar generaal Benoit Joseph Rigaud, een van de helden van de Haïtiaanse revolutie. Door de slaven werd hij ‘kapitein’ genoemd. (Uit: De bewoners van Curaçao, vijf eeuwen van lief en leed. N.C. Römer-Kenepa e.a.)

Een interessante inzending van Anna Gersie:
E beinam di tula ta Djudju (buki :”E lantamentu di katibu di 1795” skirbí pa L.de Palm,Cur,1995, for di datonan ku ela haña oral. Su number original tabata Toulous Riqoulet. Tula ta e nòmber ku Lodewijk van Uytrecht a dun’e.


Er zijn negen inzendingen:

Willy Maal
Daryanani
Aimee Kleinmoedig
Madelyn Fransisco
Anna Gersie
Franklin Serphos
Corinne Genaro
Keely Polonius
Glyraine Celestina

Allemaal bedankt.

De winnares is Aimee Kleinmoedig, masha pabien!

KATHOLIEKE KERKEN EN PAROCHIES

Van 1526 tot 1634: kerkdiensten werden gehouden in een hutkerkje in een dorp ter hoogte van Groot Kwartier.
Van 1634 tot 1732: indien mogelijk werden de diensten gehouden in het woonhuis van de aanwezige Priester.
Van 1732 tot 1827: diensten werden praktisch uitsluitend gehouden in de Santa Anna kerk te Otrobanda.
Vanaf 1827: ook elke zondag kerkdiensten te Barber.

Parochies opgericht:

1752: Parochie Sta. Anna
1832: Parochie Barber
1838: Parochie Santa Rosa
1847: Parochie Santa Maria
1849: Parochie San Willibrodus
1849: Parochie Westpunt
1870: Parochie Pietermaai
1900: Parochie Montaña
1918: Parochie Santa Famia
1924: Parochie Janwe
1925: Parochie Soto
1927: Parochie Jandoret
1929: Parochie Groot Kwartier
1931: Parochie Wishi
1949: Parochie Suffisant
1952: Parochie Steenrijk
1952: Parochie Coromoto
1959: Parochie Brievengat
1959: Parochie Buena Vista
1961: Parochie Zuid Bonam
1962: Parochie Lagoen
1973: Parochie Boca San Michiel
1974: Parochie Koraal Specht
1974: Parochie Fuik
1984: Parochie Seru Fortuna
1984: Parochie Tera Kòrá

Thursday, May 19, 2005

Karakter

Was het niet Bordewijk die zei,
Karakter is de deugd der deugden?
Zo niet, dan citeer ik vrij,
het is wel de bron der vreugden.

Hoe komt het dat het ontbreekt
bij hooggeplaatste heren
en dames, zoals u smeekt,
om niet te discrimineren.

Heeft de Heer bij de schepping gedacht,
bij die lui valt niet veel te bezielen.
Karakter wordt te niet gedaan door macht,
dus dat bewaar ik voor betere zielen.


Professor K.

Tuesday, May 17, 2005

Un oportunidat

E yu muhé a
haña un oportunidat
pa tira un pará
i keda bon pará,
e di: Mami bo por tira
un bista riba Nadèska,
mi ta bai gana un bon boká.
Mi yu, si nan puntra,
di nada ami no sa,
si e kos pega no lubidá
di kumpra e prenda
ku bo mama ta deseá.


Kompader

Friday, May 13, 2005

Weganan i kantikanan di ántes

Ken ta kòrda esaki?

Sin, sin, ke de ma frosin, ah kòm,
Pero, pero, mi patron,
Sabankó mi kokèt,
Eremishi, pan kakiña, yoko pra, pra, pra.

Sunday, May 08, 2005

Konosé bo Isla 2005-9: geschiedenis




De Grote Slavenopstand begon op plantage Knip, bezit van Casper Lodewijk van Uytrecht op 17 augustus 1795. De revolte werd geleid door Tula, Bastiaan Carpata en Louis Mercier. De afloop van deze revolte is welbekend. Tula had een bijnaam.

Vraag: Wat was de bijnaam van Tula?

Sluitingsdatum: zondag 22 mei 2005

Prijs: een cadeaubon van theater Luna Blou

Sponsor: Datelnet n.v.

(Het inzenden van het antwoord op de prijsvraag gebeurt via e-mail:

revers@cura.net

of door een reply op de door U ontvangen mail van Learnforfun. De winnaar wordt door loting bepaald uit de goede inzendingen.)

Konosé bo Isla 2005-8: antwoord

Willem M. Hoyer is de auteur van Triunfo di un sen. Pierre Lauffer heeft het opgenomen (onder de titel Balor di un sen) in zijn bloemlezing Di nos, antologia di nos literatura. Het is oorspronkelijk verschenen in Voz di pueblo op 31 juli 1916.

Er zijn zes inzendingen, één goed:

M. La Cruz
Ethel Mercera
Solinda Schoobaar
Jeroen Heuvel
Glyraine Celestina
Ingrid Levestone

Allemaal bedankt.

De winnaar is Jeroen Heuvel, masha pabien!

Moederdag

De dokter, bij mijn geboorte,
Voelde mijn pols, en besloot:
‘Zolang dit kind maar blijft leven
Gaat het in geen geval dood’.


Hendrik de Vries


Wetenschap

Het is een wetenschappelijk feit
al geeft men het geen ruchtbaarheid,
dat als Uw ouders heel hun leven
zonder kinderen zijn gebleven
gij zelve ook te Uwen tijde
kinderloos zult overlijden.


John O’Mill

Vindt u niet?

Het is toch treurig gesteld, vindt u niet,
met die Wilde Wilders, dat stuk verdriet,
die zo van zijn eigen wegmethetwesten gedoe geniet
en aldus het feit dat hij zichzelf zwart maakt niet ziet.


Professor K.

Sunday, May 01, 2005

Dia di Obrero

De Internationale
(H. Roland Holst, 1899)

Ontwaakt, ontwaakt verworpen der aarde!
Ontwaakt, verdoemden in hongers sfeer!
Reed'lijk willlen stroomt over de aarde
En die stroom rijst al meer en meer.
Sterft, gij oude vormen en gedachten!
Slaafgeboor'nen, ontwaakt, ontwaakt!
De wereld steunt op nieuwe krachten
Begeerte heeft ons aangeraakt!
Makkers, ten laatste male,
Tot den strijd ons geschaard!
En d'Internationale
Zal morgen heersen op aard!
De staat verdrukt, de wet is logen
De rijkaard leeft zelfzuchtig voort
Tot het merg wordt d'arme uitgezogen
En zijn recht is een ijdel woord
Wij zijn het moe naar anderer wil te leven
Broeders, hoort hoe gelijkheid spreekt:
Geen recht, waar plicht is opgeheven,
Geen plicht, leert zij, waar recht ontbreekt.
Makkers, ten laatste male,
Tot den strijd ons geschaard!
En d'Internationale
Zal morgen heersen op aard!
De heersers door duivelse listen
Bedwelmen ons met bloedige damp.
Broeders, strijdt niet meer voor anderer twisten
Breekt de rijen! Hier is uw kamp!
Gij die ons tot helden wilt maken,
O, barbaren, denkt wat ge doet
Wij hebben waap'nen hen te raken,
Die dorstig schijnen naar ons bloed
Makkers, ten laatste male,
Tot den strijd ons geschaard!
En d'Internationale
Zal morgen heersen op aard!



De Moderne Internationale
(J. van de Merwe, 1971)

Hé jôh, ze houden je eronder
Hé jôh, ze houden je tekort
Te gek en 't is dan ook geen wonder
Dat dat niet meer genomen wordt
Nemen wij die maffe troep te grazen
Wij met z'n allen, doe mee, sta op!
Je kunt de zaak nooit op gaan blazen
Allenig met je dolle kop
Nu is 't uit niet meer dralen
Zet je schrap, nog één ruk
En de Internationale
Brengt alle mensen geluk
Van hogerhand valt niks te hopen
Van god van vorst of hoge piet
Als wij de zooi niet gingen slopen
Dan gebeurde het gewoonweg niet
Altijd zijn wij gewiekst bestolen
En zijn ons oren aangenaaid
Het wordt tijd dat nou eens onverholen
De rollen worden omgedraaid
Nu is 't uit niet meer dralen
Zet je schrap, nog één ruk
En de Internationale
Brengt alle mensen geluk
De staat dient om ons klein te houden
De wet is net een hoge hoed
De rechter tovert uit zijn mouwen
Wat de rijkdom het best voldoet
Trek ze af die zevige gezichten
Elk mens is even goed als slecht
Die rechten eist heeft ook z'n plichten
En wie zijn plicht doet die heeft recht
Nu is 't uit niet meer dralen
Zet je schrap, nog één ruk
En de Internationale
Brengt alle mensen geluk