Sunday, May 29, 2005

Lezing van de Algemene Faculteit van de Universiteit van de Nederlandse Antillen op 29 mei 2005, door Dr. Liesbeth Echteld (1)


Dr. Liesbeth Echteld

De Hispaniste Dr. Liesbeth Echteld verzorgde op zondagochtend 29 mei 2005 in de aula van de Universiteit van de Nederlandse Antillen een interessante en goedbezochte lezing getiteld: De Spaanstalige bloeiperiode op Curacao aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw: een globaal overzicht

Hieronder volgt een van de onderwerpen die naar voren kwamen:

De Spaanstalige literaire bloeiperiode bleek (bij eerste onderzoek), niet los te zien van een journalistieke bloei die in de tweede helft van de negentiende eeuw op Curaçao plaatsvond.

Er waren in die tijd zeer veel lokale kranten in één bepaalde taal, of meertalig. Daarin werd niet alleen verwezen naar binnenlandse en buitenlandse actualiteiten, waarbij vooral gebeurtenissen op het Zuidamerikaanse continent nauwgezet werden gevolgd. Ook werden persoonlijke vetes via de krant uitgevochten, werden er vele commerciele en persoonlijke advertenties geplaatst, maar werd ook, en vooral, zoals ook gangbaar was in kranten in het buitenland, literatuur in de kranten gepubliceerd. Dit was ter vermaak van de lezer.

Uit deze kranten werd door mij, met de studie van J. Hartog, Journalistiek leven in Curaçao, (1944) als leidraad, een selectie gemaakt, waarna deze over een bepaalde periode (zie jaartallen achter de krantentitels) op literaire bijdragen in het Spaans bestudeerd werden. Gedacht kan daarbij worden aan De Onpartijdige (1870-1874), Civilisadó (1871-1875), beide meertalig en El Imparcial (de 1905 tot 1917), El Heraldo (1905 tot 1926), Boletín Comercial (1908 tot 1920), El Sol (1910-1911), en Curazao (1911 tot 1912). Ook waren er in die tijd (in ieder geval) twee belangrijke literaire tijdschriften Notas y Letras (1886-1888) en El Poema (1895-1896), die door mij onderzocht werden en die, zo bleek, hoofdzakelijk primaire literatuur (of soms zelfs muziekpartituren) bevatten, zonder verwijzingen naar de actualiteiten.

In de kranten (en genoemde tijdschriften) werden lokale bijdragen gepubliceerd als van Joseph Sickman Corsen (1853-1911), Adolfo Wolfschoon (1863-1889), Abrahán Zacharías López Penha (n. 1865), David Darío Salas (1872-1937), Elías Moreno Brandao (1891-1943), David Mendes Chumaceiro (1877-1922), Benjamín A. Jesurún (1867-1936) en Emilio López Henríquez. Deze schrijvers, die in de regel familiebanden hadden met spaansprekenden aan de overwal en het Spaans als de cultuurtaal beschouwden waarin literatuur geproduceerd moest worden, schreven vaak niet alleen in kranten, maar lieten hun werk ook apart drukken. Alvorens op de lokale schrijvers en hun werken in te gaan, eerst iets over buitenlandse bijdragen in de kranten.

Er bleek een levendige uitwisseling (men sprak van canjes) te zijn met redacties van buitenlandse kranten. Vaak werden daardoor in de lokale kranten bijdragen gepubliceerd die al eerder in de uitwisselende krant verschenen waren. Ook kwam het voor dat passanten, mensen die om verschillende (vaak politieke, maar ook zakelijke) redenen korte of langere perioden op het eiland verbleven een bijdrage instuurden aan de redacties van lokale kranten.

Verschillende bekende schrijvers op Curaçao die in het Spaans schreven, passeerden het reveu:

Een van de bekendste lokale schrijvers die in het Spaans schreef was Joseph Sickman Corsen (1853). Hij was katholiek, wat hem er niet van weerhield om contact te onderhouden met mensen van een ander geloof. Hij was zelfs organist in de Nederlandse Hervormde Israelitische Gemeente 'Emmanu-el', van 1885 tot 1911. In 1874 trouwt hij met Margaretha Federica Ponson. Na een periode op Aruba verhuist hij in 1875 naar Curacao en verblijft hij hier tot aan zijn dood in 1911. Hij krijgt 5 kinderen, die hij onderhoudt door het geven van pianoles, vioolles en wiskunde, en door het schrijven van muziekrecensies.
Corsen kiest voornamelijk het Spaans om in te dichten, maar wordt vooral bekend door zijn Papiamentstalige gedicht “Atardi”. Sommige critici beschouwen Corsen zelfs als “de vader van de Papiamentstalige literatuur”.

0 comments:

Post a Comment

<< Home