Drie nieuwe gemeenten
‘Hallo, Jan Peter? Met Atzo hier, ik heb ze binnen, het was een makkie. Ik wil Saba.’
‘Proficiat, kerel, jij bent me een snelle, Saba mag je hebben. Bonaire is wel van mij, dat hebben wij afgesproken.’
‘Jazeker, wat doen wij met Statia? Aan wie kunnen wij die slijten?’
‘Die verkopen wij aan Rita, zij mag wel wat zon hebben. Ze ziet er de laatste tijd zo bleekjes uit na de affaire met Ayaan. Zij kan daar mooi een boerderijtje beginnen met al die koeien.’
‘Om de dooie dood niet, Jan Peter, ik wil Rita niet als buur hebben. Geef mij liever Karla, zij kan dan de hele dag naar de zee zitten staren en afwachten wanneer haar boot langs vaart.’
‘Afgesproken, en hoe staat het met Curaçao? Zit daar schot in?’
‘Curaçao? Welnee, joh, die zeuren nog steeds. Nu hebben zij het over de Zuid-Amerikaanse revolutie.’
‘De Zuid-Amerikaanse revolutie op Curaçao? Maar dan wel een hele kleine. Lucebert, weet je wel. Ik draai een kleine mooie revolutie af. Ha, ha, ha, hoe vind je die, Atzo? Maar dan geen stap achteruit, ha, ha, ha. Waarom strooi je niet een zak euro’s in de tuin van eh... hoe heet die ook weer?’
‘Dat heb ik gedaan, Jan Peter, maar ze gingen in rook op. De rest heb ik bewaard voor Moeder Overste.’
‘Laat me weten hoeveel je tekort komt. Ik hang op, ik heb Gerrit aan de andere lijn, hij gaat weer zeuren. Sterkte kerel, forsa.’
K.
‘Proficiat, kerel, jij bent me een snelle, Saba mag je hebben. Bonaire is wel van mij, dat hebben wij afgesproken.’
‘Jazeker, wat doen wij met Statia? Aan wie kunnen wij die slijten?’
‘Die verkopen wij aan Rita, zij mag wel wat zon hebben. Ze ziet er de laatste tijd zo bleekjes uit na de affaire met Ayaan. Zij kan daar mooi een boerderijtje beginnen met al die koeien.’
‘Om de dooie dood niet, Jan Peter, ik wil Rita niet als buur hebben. Geef mij liever Karla, zij kan dan de hele dag naar de zee zitten staren en afwachten wanneer haar boot langs vaart.’
‘Afgesproken, en hoe staat het met Curaçao? Zit daar schot in?’
‘Curaçao? Welnee, joh, die zeuren nog steeds. Nu hebben zij het over de Zuid-Amerikaanse revolutie.’
‘De Zuid-Amerikaanse revolutie op Curaçao? Maar dan wel een hele kleine. Lucebert, weet je wel. Ik draai een kleine mooie revolutie af. Ha, ha, ha, hoe vind je die, Atzo? Maar dan geen stap achteruit, ha, ha, ha. Waarom strooi je niet een zak euro’s in de tuin van eh... hoe heet die ook weer?’
‘Dat heb ik gedaan, Jan Peter, maar ze gingen in rook op. De rest heb ik bewaard voor Moeder Overste.’
‘Laat me weten hoeveel je tekort komt. Ik hang op, ik heb Gerrit aan de andere lijn, hij gaat weer zeuren. Sterkte kerel, forsa.’
K.
0 comments:
Post a Comment
<< Home