Blauwe ogen
Maya moest zich iets voorover buigen om hem te begroeten, zij was een kop groter dan hij, waardoor haar lange blonde haren in zijn gezicht vielen. Hij rook de geur van de haren, snoof het parfum van bloemen in en raakte in vervoering. De kleuren van de bloemenvelden flitsten voor zijn ogen voorbij. Hij zat in de trein van Schiphol naar Den Haag, jaren geleden, voordat de wereld donker werd. Voorbije tijden, voorbije kleuren. Maar nu die haren, de zoete geur van bloemen, de aanraking. De begroeting duurde een moment langer dan dat hij had bedoeld en Maya bevrijdde zich voorzichtig en beleefd uit zijn omhelzing. Die avond ging hij met koorts naar bed.
Zijn dochter had hem een week of wat geleden gebeld, toen het schooljaar bijna ten einde liep. ‘Dag Pappie, met Mila, alles goed met u? Op school gaat alles prima. Ik heb een nieuwe vriendin, ze heet Maya. Een heel aardig meisje, een jaar ouder dan ik, zij is pas achttien geworden. Zij heeft Nederlandse ouders, maar zij is hier geboren. Zij is lang en stevig gebouwd, lang blond haar. Alle jongens vallen op haar, dat komt door haar blauwe ogen. Wij doen alles samen. De meisjes noemen ons M&M, omdat zij jaloers zijn. Vindt u het goed als ik haar uitnodig om de vakantie bij ons thuis door te brengen?’ Zij sprak snel en gehaast zoals alle tieners van haar leeftijd.
Hij vond het goed. Lang, stevig, blond, blauwe ogen, mooi. Hij had Freya in gedachten, de blonde Germaanse godin, de beeldschone dochter van de zeegod Njord. Freya, godin van de liefde en de wellust, de vruchtbaarheidsgodin.
Mila zat op een internaat voor meisjes bij de Zusters. Daar moest zij een gedegen opvoeding krijgen om daarna hopelijk in Europa verder te studeren. Hij verheugde zich op de vakanties, die Mila altijd thuis doorbracht. Zij konden met zijn tweeën uren op de bank zitten, Mila half liggend met haar hoofd tegen de leuning van de bank en een been over zijn knieën, hardop voorlezend uit een boek. Hoe gelukkig kan een mens zijn, vroeg hij zich op zulke momenten af.
Deze vakantie had Mila haar vriendin Maya meegenomen en had minder tijd voor hem. Maar vreemd genoeg vond hij dat niet erg, de aanwezigheid van Maya nam al zijn aandacht. Hij hoorde haar praten zelfs als zij fluisterde. Vooral de manier waarop zij de ‘r’ uitsprak, rollend achter in de keel met een beetje speeksel, ontroerde hem. Maya sprak Nederlands en Papiaments. Zij zong liedjes in Papiaments. Hij luisterde heimelijk naar haar stem en kreeg krampen in zijn buik. Een verklaring hiervoor had hij niet.
Maya vond de vader van Mila heel anders dan haar eigen vader. Heel beschaafd en geleerd, en best aardig, ondanks... Zij had zichzelf beloofd om er niet op te letten, het maakte ook niets uit. Hij kon over allerlei onderwerpen praten en vertelde dat hij lang geleden in Nederland was geweest en dat hij de bloemenvelden gezien had. Maya luisterde graag naar hem. Hij kon lange gedichten uit zijn hoofd declameren. Een paar had hij zelf geschreven, die gingen over een donkere wereld zonder kleuren. Maya begreep er geen snars van en hij legde de gedichten regel voor regel uit. Mila kwam er ook bij zitten en plaagde haar vader dat hij niet moest overdrijven en dat hij nu een blonde dochter erbij had. Hij bleef stil en verzonk in gedachten. Mila nam zich voor om haar vader te vragen waarom hij zo raar deed wanneer Maya erbij was.
Hij antwoordde niet en zei geen woord. Vier dagen lang zei hij geen woord, tegen niemand. Hier had hij geen woorden voor, geen verklaring, geen uitleg. Dit gevoel, hij had nooit gedacht dat het hem zou overvallen. Hij geloofde er niet in, maar het gebeurde plotseling en het was ingrijpend. En raar, vooral raar, ‘waarom doe je zo raar, Pappie?’ Hij had er ervan gehoord, van mensen die zeiden dat het hen was overkomen. Het doet alleen maar pijn, zei de een; het stort je in de afgrond, zei een ander. Hij voelde geen pijn, noch stortte hij zich in een afgrond. Hij voelde zich alleen maar gelukkig.
‘Waarom ga jij niet met hem praten?’ vroeg Mila ten einde raad aan Maya.
‘Ik durf niet,’ antwoordde Maya, ‘ik vind het doodeng, ik wil liever naar huis.’
Zij vertrok, maar haar stem, haar geur en haar voetstappen bleven achter. Was dit liefde op het eerste gezicht? Ook al was hij blind?
K.
Zijn dochter had hem een week of wat geleden gebeld, toen het schooljaar bijna ten einde liep. ‘Dag Pappie, met Mila, alles goed met u? Op school gaat alles prima. Ik heb een nieuwe vriendin, ze heet Maya. Een heel aardig meisje, een jaar ouder dan ik, zij is pas achttien geworden. Zij heeft Nederlandse ouders, maar zij is hier geboren. Zij is lang en stevig gebouwd, lang blond haar. Alle jongens vallen op haar, dat komt door haar blauwe ogen. Wij doen alles samen. De meisjes noemen ons M&M, omdat zij jaloers zijn. Vindt u het goed als ik haar uitnodig om de vakantie bij ons thuis door te brengen?’ Zij sprak snel en gehaast zoals alle tieners van haar leeftijd.
Hij vond het goed. Lang, stevig, blond, blauwe ogen, mooi. Hij had Freya in gedachten, de blonde Germaanse godin, de beeldschone dochter van de zeegod Njord. Freya, godin van de liefde en de wellust, de vruchtbaarheidsgodin.
Mila zat op een internaat voor meisjes bij de Zusters. Daar moest zij een gedegen opvoeding krijgen om daarna hopelijk in Europa verder te studeren. Hij verheugde zich op de vakanties, die Mila altijd thuis doorbracht. Zij konden met zijn tweeën uren op de bank zitten, Mila half liggend met haar hoofd tegen de leuning van de bank en een been over zijn knieën, hardop voorlezend uit een boek. Hoe gelukkig kan een mens zijn, vroeg hij zich op zulke momenten af.
Deze vakantie had Mila haar vriendin Maya meegenomen en had minder tijd voor hem. Maar vreemd genoeg vond hij dat niet erg, de aanwezigheid van Maya nam al zijn aandacht. Hij hoorde haar praten zelfs als zij fluisterde. Vooral de manier waarop zij de ‘r’ uitsprak, rollend achter in de keel met een beetje speeksel, ontroerde hem. Maya sprak Nederlands en Papiaments. Zij zong liedjes in Papiaments. Hij luisterde heimelijk naar haar stem en kreeg krampen in zijn buik. Een verklaring hiervoor had hij niet.
Maya vond de vader van Mila heel anders dan haar eigen vader. Heel beschaafd en geleerd, en best aardig, ondanks... Zij had zichzelf beloofd om er niet op te letten, het maakte ook niets uit. Hij kon over allerlei onderwerpen praten en vertelde dat hij lang geleden in Nederland was geweest en dat hij de bloemenvelden gezien had. Maya luisterde graag naar hem. Hij kon lange gedichten uit zijn hoofd declameren. Een paar had hij zelf geschreven, die gingen over een donkere wereld zonder kleuren. Maya begreep er geen snars van en hij legde de gedichten regel voor regel uit. Mila kwam er ook bij zitten en plaagde haar vader dat hij niet moest overdrijven en dat hij nu een blonde dochter erbij had. Hij bleef stil en verzonk in gedachten. Mila nam zich voor om haar vader te vragen waarom hij zo raar deed wanneer Maya erbij was.
Hij antwoordde niet en zei geen woord. Vier dagen lang zei hij geen woord, tegen niemand. Hier had hij geen woorden voor, geen verklaring, geen uitleg. Dit gevoel, hij had nooit gedacht dat het hem zou overvallen. Hij geloofde er niet in, maar het gebeurde plotseling en het was ingrijpend. En raar, vooral raar, ‘waarom doe je zo raar, Pappie?’ Hij had er ervan gehoord, van mensen die zeiden dat het hen was overkomen. Het doet alleen maar pijn, zei de een; het stort je in de afgrond, zei een ander. Hij voelde geen pijn, noch stortte hij zich in een afgrond. Hij voelde zich alleen maar gelukkig.
‘Waarom ga jij niet met hem praten?’ vroeg Mila ten einde raad aan Maya.
‘Ik durf niet,’ antwoordde Maya, ‘ik vind het doodeng, ik wil liever naar huis.’
Zij vertrok, maar haar stem, haar geur en haar voetstappen bleven achter. Was dit liefde op het eerste gezicht? Ook al was hij blind?
K.
2 comments:
de eerste keer gelezen, drong het niet echt tot me door. drie keer gelezen.prachtig weergegeven. wauw!! ik werd letterlijk meegesleurd in de gevoelens van papi. goed stuk!
Danki Maria
K.
Post a Comment
<< Home